naar voorpagina
naar vorige pagina
naar volgende gedicht op deze pagina
trouw

het jonge dier, het lichaam
over het stuur gebogen
blauw spijkergoed
om zijn sterke benen,
zijn zachte billen
elke beweging vol kracht

de blonde jongenskop draait
zich naar achteren
ja, ik ben er, trouw volg ik
tien minuten, een kwartier
ik heb alles voor je over
rijd door het rode licht
om je niet te verliezen


trouw




naar vorige gedicht op deze pagina
naar volgende gedicht op deze pagina
zwijgen

de jongen in de trein
zijn gezicht in ruiten
weerkaatst, een jonge god
hij is het helemaal

veelvormig is zijn zwijgen
dat mijn zintuigen
in verwarring brengt

zijn trillende mond
moet de woorden kennen
zijn vlinderende ogen
moeten hebben gezien
wat ik zoek


j07



naar vorige gedicht op deze pagina
naar volgende pagina
de dichter

hij wil mooie verzen schrijven
over de stem, de frisse lach,
de huid, het haar, de oogopslag,
de kracht van jonge mannenlijven.

zijn zinnen vormen geen sonnet,
hij vindt helaas de woorden niet,
de toon niet voor een liefdeslied,
hij is te moe, hij gaat naar bed.

hij hunkert naar een echte maat,
een levensvriend, een kameraad
die hem weer kracht en vreugde geeft.

zijn lichaam kust en voor hem leeft
hem strelen wil met zachte hand,
zo glijdt hij weg in dromenland.